Windpark Wikinger/Arkonabecken Südost - Befahrensregelung

Vaartuigen met een romplengte van ten hoogste 24 m mogen de veiligheidszone rond de offshore-windmolenparken "Viking" en "Arkona Basin Southeast" bevaren onder de volgende voorwaarden:

1. De schepen moeteneen functioneel AIS-systeem hebben. Het AIS-systeem moet ten laatste onmiddellijk voor het binnenvaren van de veiligheidszone worden ingeschakeld en gedurende de vaart worden gebruikt. 
2. De vaart moet worden uitgevoerd volgens de regels van goed zeemanschap en met de nodige zorgvuldigheid. Dit geldt in het bijzonder bij bepaalde weersomstandigheden. Voor passief vistuig zoals korven en visfuiken, voorzieningen voor zeeonderzoek (met name meetpunten) wordt gewaarschuwd.
3. Elke weggebruiker dient zich zodanig te gedragen dat de veiligheid en het gemak van het verkeer is gewaarborgd.
4. Het rijden in de veiligheidszone is uitsluitend ten behoeve van een directe doorvaart. Het ankeren in de veiligheidszone alsmede het aanleggen en afmeren aan constructies van de offshore windparken is verboden.
5. Het varen is slechts toegestaan bij een zicht groter dan 1000 m en tot een windkracht van 6 Bft.. Het varen met voertuigen van de commerciële visserij is alleen toegestaan bij een zichtbaarheid groter dan 500 m en tot een windkracht van 8 Bft.